Rowie Jongeling

Basisniveau - Dit niveau wordt behaald indien niveau 1 niet behaald is

Niveau 1

1.1 De docent beschrijft wat zij heeft gedaan om zich te ontwikkelen op beroepsinhoudelijk gebied.

Om mij te ontwikkelen op beroepsinhoudelijk gebied voor de opleiding sport- en bewegingseducatie heb ik voor de beroepenmarkt op de VU een beroepsoriëntatie voor deze studie gemaakt. Daarnaast ben ik aanwezig geweest bij een hoorcollege voor studenten, waar oud-student Thiro van Zijl iets kwam vertellen over zijn werkzaamheden na de studie.
Op 28 januari 2016 ben ik naar de Durf-te-vragendag van de HAN SBE geweest, waar mensen uit het werkveld kwamen vertellen over hoe zij hun werk als SBE’er ervaren.

1.2 De docent trekt conclusies over eigen ontwikkeling op basis van diverse beoordelingen, evaluaties en reflecties.

In het document 'Eigen ontwikkeling' heb ik enkele punten van evaluaties en beoordelingen van mijn lessen beschreven en op basis hiervan conclusies getrokken over mijn eigen ontwikkeling.

1.3 De docent formuleert leerdoelen (of – wensen) om zich in de toekomst verder te ontwikkelen, waaruit persoonlijke affiniteiten blijken.

In mijn ontwikkelingsportfolio zijn mijn leerwensen te lezen die ik eind december heb opgesteld. Op de voorpagina’s van de competenties in dit beoordelingsportfolio staan eveneens mijn leerwensen op dit moment en mijn affiniteiten beschreven.

1.4 De docent kan op originele wijze duidelijk maken wat haar persoonlijke kwaliteiten zijn als docent.

In dit beoordelingsportfolio is te zien dat ik door middel van deze eigen gemaakte website in staat ben om op originele wijze duidelijk te maken wat mijn persoonlijke kwaliteiten zijn als docent.

1.5 De docent reflecteert aan de hand van meer dan twee reflectiemodellen en komt daarmee tot gewenste leerdoelen.

Tijdens mijn stage en op de docentenopleiding heb ik met verschillende reflectiemodellen gereflecteerd op mijn handelen. Allereerst heb ik in mijn reflectieverslag gereflecteerd aan de hand van het model van Korthagen en ik heb hierbij als aanvullend reflectiemodel de RET gebruikt.

Hiernaast heb ik voor mijn positie binnen mijn OIP en mijn PB groep een reflectie aan de hand van Belbinrollen gedaan. Binnen de reflectie voor mijn OIP groep heb ik ook een kernkwadrant opgesteld en heb ik aangegeven hoe ik mijn leerdoel (opgesteld in december, analyse 1) heb bereikt (eind april, analyse 2).

Niveau 2

2.1 De docent ontwikkelt zich methodisch.

Na elke les heb ik middels een evaluatieformulier feedback van mijn stagebegeleidster gevraagd. In de beoordeling van de samenwerkingsvaardigheden is zowel bij Manya als bij Maaike te lezen dat ik goed feedback kan ontvangen en hier ook zichtbaar mee aan de slag ga. 

In mijn LVF's heb ik steeds wat aandachtspunten beschreven, waar ik op wilde letten tijdens de les. Aan het eind van elke les besprak ik met mijn stagebegeleidster hoe de les was gegaan en probeerde ik de aandachtspunten van deze bespreking weer mee te nemen in de volgende les.

2.2 De docent koppelt resultaten van intervisies aan de ontwikkeling van eigen professionaliteit.

Tijdens intervisies van de professionaliseringsbijeenkomsten op de lesdagen van de VU legde ik (lastige) situaties uit mijn stage voor en besprak deze met mijn groep. Als er genoeg tijd was bespraken we meerdere situaties. Het voorleggen van mijn eigen situaties met de feedback en het bespreken van de situaties van anderen hebben mij doen inzien hoe ik (anders) kan handelen in daaropvolgende momenten. Mijn inbreng voor bijeenkomst 6 is besproken en onderin het document is een korte notulen van dit moment te vinden. Door de feedback van de groep ga ik voortaan bewuster om met situaties waar ik studenten moet confronteren met hun gedrag. Exact dezelfde situatie is niet meer voorgekomen, maar ik ben zeker gegroeid in het confronteren van studenten met hun eigen gedrag. Dit wordt ook duidelijk uit de reflecties op het rumoerig worden van studenten tijdens mijn les. Hier confronteer ik hen ook met hun eigen gedrag.

Na afloop van elke les heb ik mijn stagebegeleidster een evaluatieformulier in laten vullen. Deze tips/tops nam ik mee naar de volgende les. Steeds terugkerende aandachtspunten heb ik beschreven in mijn LVFs. Mijn stagebegeleidster lette op deze aandachtspunten en gaf hierop feedback. Deze feedback nam ik mee naar mijn volgende les. Dit is ook te lezen in de beoordelingsformulieren van zowel Manya als Maaike, die beide aangeven dat ik zichtbaar aan de slag ga met de feedback die zij geven.

In het begin van 2016 heb ik een drijfverenanalyse gedaan bij Ember bv. De uitslag van deze test was een uitgebreid profiel met mijn persoonlijke drijfveren en afkeren. Uit deze test blijkt dat ik het prettig vind om dingen samen met anderen te doen en dat ik op zoek ben naar vernieuwing en ontwikkeling. Daarnaast is confrontatie en macht een onbewuste allergie en zet ik dit dus enkel functioneel in.
Deze drijfverenanalyse helpt mij bij het opsporen van discrepanties tussen mijn gevoel en mijn gedrag in bijvoorbeeld reflectieverslagen. Het is geen harde waarheid en elke situatie is anders, maar soms kan het voor mij een verklaring geven of eye-opener zijn voor mijn gedrag. Doordat ik beter zicht heb op wat mij diep van binnen beweegt bepaald gedrag te uiten kan ik hier beter mee omgaan en in mijn voordeel gebruiken in de praktijk.

2.3 De docent past de leeropbrengst van reflecties toe in een nieuwe onderwijscontext.

In het reflectieverslag van mijn lesbezoek is te lezen hoe ik in wil gaan spelen op het moment dat mijn studenten rumoerig worden tijdens de les. Deze opties heb ik de daaropvolgende les, les 3.3, meteen toe kunnen passen. Dit heeft positief voor mij uitgepakt, zoals te lezen is in het reflectieverslag van deze les. Ik ervaarde geen spanning bij het confronteren van de studenten met hun gedrag. 

In het fragment van deze les is te horen hoe ik de studenten aanspreek en is te zien hoe de studenten die aan het kletsen waren stil werden na deze opmerking.